Dojo Etiquette

We zijn geen strenge Dojo. Toch zijn etiquette en een zekere hiërarchie in de organisatiestructuur, zonder daarmee afbreuk te doen aan de gelijkwaardigheid van alle betrokkenen, ongeacht graad, culturele of religieuze achtergrond, leeftijd of sekse, wezenlijke aspecten binnen onze Dojo. Je behandelt iedereen in de Dojo met respect. Een Dojo is een speciale plaats. Het woord “Dojo” betekent: de plaats waar je de “Do”, de ontwikkelingsweg, bewandelt. Het bewandelen van die Weg vraagt om geconcentreerde aandacht. Je omgeving moet er aan bijdragen geordend te kunnen trainen. Je dient te streven naar een zekere waardigheid in houding en gedrag. Van de beoefenaars van de “Do” wordt dus een respectvolle houding en respectvol gedrag gevraagd. Opvoeden tot gedrag dat uitdrukking geeft aan dit respect, is een belangrijk aandachtspunt binnen de Oosterse krijgskunsten; respect en waardering betonen aan je lesgevers, die de moeite nemen om jou de gelegenheid tot leren en ontwikkelen te bieden, respectvol omgaan met je omgeving, de plaats die je daartoe de gelegenheid biedt, respectvol omgaan met je medebeoefenaars, omdat zij jou de gelegenheid tot leren, ervaren en ontwikkelen bieden, en last but not least, respectvol omgaan met jezelf. Een lesgever zal evenmin accepteren dat je een ander respectloos benadert. Daarom zijn er eveneens een aantal regels die bedoeld zijn om jouw veiligheid in de Dojo te waarborgen. Wij verwachten van onze leden dat zij zich aan deze binnen de Dojo geldende normen en regels houden:

  • Als we tijdens het luisteren naar de instructie van de lesgever willen gaan zitten, dan doen we dat altijd met een rechte rug en nooit hangend of half liggend op de vloer. Tijdens de training wordt er niet op de banken aan de kant gezeten.
  • Als je tijdens de uitleg iets wilt vragen is dat natuurlijk uitstekend, maar wacht even op een geschikt moment of steek je hand even op om de lesgever te laten weten dat je iets wilt vragen. Je stelt je vraag pas als de leraar jou daarvoor de gelegenheid geeft.
  • Mocht je van tevoren weten dat je niet op een training kan komen, laat dit dan weten. De lesgevers plannen hun lessen gericht op komende examens en wedstrijden, daarbij rekening houdend met het niveau van de mensen die op de training verwacht worden te komen.
  • Na de les moet de vlag en eventueel gebruikte trainingsmiddelen opgeruimd worden.

Groeten

Het is belangrijk om zowel bij de start als de afsluiting van het moment waarop een zekere verandering in gedrag wordt gevraagd markeringsmomenten te hebben die dit moment accentueren. Daartoe dient de buiging (Rei) en het Mokuso (= zitten in stilte). We gaan met z’n allen zitten en nemen even de tijd om de zorgen van alle dag achter ons te laten en ons te concentreren op de les. Na afloop halen we ons zelf uit de sfeer van de les en komen weer tot rust. Vanuit de Japanse traditie heeft buigen voor elkaar dezelfde gevoelswaarde als het schudden van een hand voor ons, ongeacht of je dit zittend of staand doet. Het gaat hier dus feitelijk om een beleefdheidsvorm naar elkaar toe. Het is bovendien een vorm van mentale voorbereiding op en afsluiting van het moment. Het betreft hier geen vorm van onderwerpinggedrag. Het is geen rituele of religieuze handeling. Een vorm van gezamenlijk gebed is het al helemaal niet. Wanneer je staande groet, plaats je de beide handen op de bovenbenen met de vingers gestrekt. Je pink bevindt zich “op de naad” aan de zijkant van je broek. Je buigt met een rechte rug waarbij je hoofd als het ware gefixeerd op de romp blijft staan (geen knik in de nek). Wanneer je vanuit Seiza (geknield zitten, voeten vlak en rug recht) buigt, heb je de handen op je bovenbenen vlak boven de knie met je vingertoppen naar binnen. Ook hier buig je zoveel mogelijk met een rechte rug naar voren, met dit verschil dat de handen naar elkaar toe van de knieën afglijden. Terwijl de beide handen met de vingertoppen van wijs- en middelvinger contact met elkaar maken raak je lichtjes de grond.

Wanneer groeten we

Bij het binnenkomen en verlaten van de Dojo. Je markeert voor jezelf je aanwezigheid in de Dojo. Voordat je de Dojo in gaat, en voordat je de ruimte weer verlaat, groet je (staand).

Bij het begin én einde van de les. Dit zijn uiteraard belangrijke markeringsmomenten. We stellen ons op in een kwart-cirkel. De hoogste banden staan vooraan en de laagste achteraan. Als je dezelfde band hebt, dan staat degene die de band het langst heeft voor. Heb je dezelfde band op dezelfde datum gehaald dan staat de oudste vooraan.

We beginnen met het Mokuso, dat wordt aangekondigd door de hoogst aanwezige zwarte bander, met de woorden “Mokuso” (waarop een korte stilte van ongeveer 30 seconde volgt) en afgesloten met de woorden “Mokuso jamé”. Indien er geen zwarte bander aanwezig is, vervult de hoogst gegradueerde lesgever deze rol.

Daarna groeten we drie maal:

  1. Shomen ni rei (= groeten naar voren), waarmee je jezelf bewust plaatst voor de opdracht die de vlag stelt: het te willen werken aan het slijpen van het ruwe materiaal dat je bent. Je staat hier eveneens even stil bij jou voorgangers in het karate-do die het mogelijk hebben gemaakt dat jij nu op jou beurt die Weg kunt bewandelen.
  2. Sensei ni rei (= Groeten naar de lesgevers), zij die de moeite nemen om jou de gelegenheid tot leren en ontwikkelen te bieden. Dat impliceert de bereidheid van ganser harte aan hun opdrachten te willen voldoen. Niet uit onderdanigheid, maar vanuit je bewuste beslissing om je maximaal in te zetten om het uiterste uit de door hen aangeboden les te willen halen.
  3. Otogai ni rei (= groeten naar de aanwezigen), je trainingsmaatjes, degenen met wie je samen de training ondergaat. Je staat even stil bij het feit dat de gezamenlijke energie die je samen opbouwt jou tot grote hoogte voert en je erkent en bevestigd daarmee eveneens jouw verantwoordelijkheid in het bijdragen daaraan.

Mocht je onverhoopt toch te laat komen, dan loop je niet zomaar de les binnen. Ga in stilte geknield bij de ingang zitten en neem voor jezelf een Mokuso moment. Wacht totdat de lesgever je opmerkt en naar je groet. Je maakt dan een buiging, staat op, buigt nogmaals en dan kan je met je warming-up beginnen.

Je groet eveneens wanneer je met een trainingspartner gaat samenwerken in bunkai, enbu of kumite vormen, en vervolgens wanneer je wisselt van partner of wanneer de oefening of demonstratie afgesloten wordt. Een markeringsmoment waarin je elkaar belooft respectvol en binnen het raamwerk van de geldende normen te zullen werken.

Natuurlijk groeten we ook aan het begin en aan het einde van een kata. Dit markeringsmoment behoort immers tot de vorm van de kata.

Persoonlijke verzorging, veiligheid en hygiène

  • Eten in de Dojo is niet toegestaan. Dit geld ook voor kauwgom.
  • Loop nooit met schoenen aan in de Dojo.
  • Draag geen sieraden (horloges, ringen, kettingen, vriendschapsbandjes, piercings, metalen haarclips etc). Een hoofddoek, metalen haarclips c.q. spelden zijn verboden. Ook linten en andere versieringen zijn verboden. Sieraden die niet af/uitgedaan kunnen worden moeten worden afgetapet.
  • Het dragen van een bril of harde lenzen wordt ernstig afgeraden.
  • Lang haar dat in je gezicht kan hangen moet vastgebonden worden. Het haar moet schoon gehouden worden en de lengte van het haar mag geen gevaar opleveren. Lang haar moet worden opgebonden met een haarelastiek. Een haarband is niet toegestaan. Tijdens Katawedstrijden is het dragen van een kleine haarclip c.q. speld toegestaan.
  • De deelnemers moeten kortgeknipte nagels hebben en mogen geen metalen of andere voorwerpen dragen, welke de trainingspartner kunnen verwonden.
  • Geef altijd vooraf bij de leraar aan of er lichamelijke problemen zijn
  • Verlaat nooit de zaal zonder dit aan de leraar te laten weten. Als je naar het toilet moet of geblesseerd bent, vertel dit dan even zodat we ons niet ongerust hoeven te maken.

Kleding

Karatedo Shu Ken Ma Shi is aangesloten bij de KBN dat op zijn beurt is aangesloten bij de WKF (Wereld Karate-do Federatie). De WKF kledingvoorschriften zijn ook binnen onze Dojo van toepassing. Zie ook: WKF Kledingvoorschriften.

  • We dragen een wit karatepak zonder strepen of biesversiering. Het club- of nationaal embleem mag gedragen worden op de linker borstzijde van het jasje. Het uniforme witte pak geeft uitdrukking aan zuiver streven en aan gelijkwaardigheid van alle betrokkenen, ongeacht graad, culturele achtergrond, leeftijd of sekse.
  • De band moet zo lang zijn, dat aan beide zijden van de knoop 15 cm overblijft. De kleur band die gedragen wordt geeft uiting aan de huidige graad van de betrokkene.
  • Zorg ervoor dat je gi (karatepak) schoon en netjes is en je je obi (band) op de juiste manier draagt.
  • Vrouwelijke deelnemers moeten een effen wit T-shirt onder hun karatejas dragen.
  • Het jasje moet, als het met de band rond de middel is vastgeknoopt, minimaal de heupen bedekken. Het mag echter niet meer dan 3/4de deel van het dijbeen bedekken.
  • De mouwen mogen niet langer zijn dan het polsgewricht en niet korter dan halverwege de onderarm. De mouwen mogen niet worden opgerold om het gevaar van achterhakende vingers e.d. te voorkomen.
  • De broek moet een dusdanige lengte hebben, dat deze tenminste 2/3 deel van het scheenbeen bedekt en mag niet langer zijn dan het enkelgewricht Broekspijpen mogen niet worden opgerold.

Beschermingsmateriaal

Het volgende beschermingsmateriaal is verplicht tijdens Jiyu Kumite:

  • WKF goedgekeurde handbeschermers. Bij wedstrijden draagt de ene deelnemer rode en de andere blauwe.
  • Gebitsbeschermer (moeten goed aangemeten zijn).
  • Dames dragen borstbescherming (door WKF goedgekeurd)
  • Door de WKF goedgekeurde scheenbeschermers.
  • Door de WKF goedgekeurde voetbeschermers
  • Een kruisbeschermer is niet verplicht maar indien er een gedragen wordt moet deze goedgekeurd zijn door de WKF.