Frans Baggen zesde dan karate

K6edan[1]arateleraar Frans Baggen uit Harmelen is door de Karate Bond Nederland (KBN) benoemd tot zesde dan Karate. Frans Baggen is onder meer leraar van huidig Nederlands kampioen Elmo Diederiks. Hij ontving deze bijzondere promotie vanwege zijn jarenlange technisch inhoudelijke bijdrage aan het karateniveau in Nederland. De Karate Bond Nederland is de grootste overkoepelende karate organisatie van Nederland en de enige die zowel door NOC/NSF als het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport wordt erkend. Dangraden van de KBN worden overgenomen en erkend door de Wereld Karate Federatie (WKF). Baggen ontving zijn promotie op voordracht van de internationale karate-autoriteit Jaap Smaal (7e dan), die binnen de hiërarchie van de Wereld Karate Federatie, de grootste overkoepelende Karatedo organisatie in de wereld, een hoge positie bekleed.

Strenge eisen

De Karate Bond Nederland kent nauw omschreven criteria voor een bijzondere promotie. Leraren die bij de KBN zijn aangesloten, moeten om te beginnen aan zeer strenge opleidingseisen voldoen. Baggen doceert Didactiek en Methodiek aan de rijkserkende Docentenopleiding van de KBN. Hij behoorde jarenlang tot de nationale karate-selectie, was nationaal bondscoach Kata (stijlwedstrijden), neemt zwarte band examens af en is dangraad examinator voor de hogere dangraden. Hij is betrokken bij de ontwikkeling van het nationaal examenprogramma en daarnaast actief als Regio-talententrainer van het rayon Midden-Nederland. In die hoedanigheid werkt hij aan talentontwikkeling en verzorgt hij trainingen voor wedstrijdtalenten in de leeftijd van 10 tot 20 jaar oud uit Woerden tot Enschede. Tijdens deze regionale trainingen vindt scouting plaats ten behoeve van de nationale kata-selectie en wordt gewerkt volgens dezelfde trainingsmethodiek als tijdens de nationale selectietrainingen. Diverse leden van zijn school Shu Ken Ma Shi maken dan ook deel uit van de Nationale Selectie.

Van harte gefeliciteerd, meneer Baggen.
Heeft u er veel voor moeten doen om zover te komen?

Baggen: “Ik ben voor het eerst begonnen met karate toen ik 15 was. Ik was direct geboeid en trainde vanaf het begin een uur of acht per week. Sinds die tijd heb ik behalve aan wedstrijden erg veel tijd besteed aan het volgen van internationale trainingen en seminars. Zo was ik pas nog met mijn leerlingen uitgenodigd bij de Technisch Directeur van de Italiaanse Karatebond, Pierluigi Aschieri (8e dan) die professor in de bewegingswetenschappen is en de ene na de andere wereldkampioen aflevert. Maar het zijn met name de vele (levens-)lessen van mijn leraar Jaap Smaal en mijn Japanse Karateleraar, de onlangs overleden Taiji Kase (9e dan) dat ik me jarenlang de enorme diepgang van Karate eigen heb kunnen maken. Nu ben ik 43 en heb ik mijn accent meer en meer verlegd naar kennisoverdracht. Ik vind het prachtig om op alle mogelijke niveaus mijn ervaring over te kunnen dragen; op de docentenopleiding, aan jong talent, maar ook aan de minder getalenteerde enthousiasteling op leeftijd. Binnen onze karateschool geef ik leiding aan tien vrijwilligers, die na een opleidingstraject gevolgd te hebben nu een fantastisch en betrokken gediplomeerd docententeam vormen. Bij ons trainen nationale selectieleden uit Amsterdam, Eindhoven, Gouda. Het is natuurlijk geweldig dat al die mensen meerdere keren per week die reis willen maken. Maar we hebben ook een goed lopende jeugdafdeling. Juist die diversiteit houdt het voor mij zo levend.”

De 6e Dan is heel hoog. Moeten we nu bang voor u zijn?

Baggen: “De meest gehoorde opmerking als mensen horen dat ik aan Karate doe is: “Dan moet ik geen ruzie met je maken.” Ik zeg dan altijd: “Klopt, want je moet met niemand ruzie maken; ruzie maken is helemaal niet goed.” Mensen associëren Karate altijd met geweld. Maar vreemd genoeg is dat voor mij helemaal niet het geval. Ik ben in wezen een zeer pacifistisch mens. Ik zou het mezelf nooit kunnen verantwoorden aan kinderen les te geven als ik daar bijvoorbeeld anders over dacht. Mits op een juiste manier aangeboden, is het juist een middel om kinderen te leren met hun eigen ongebreidelde energie om te gaan. We noemen die energie vooral bij jongens al snel agressief, maar in feite is het gewoon levenslust; en die moet de ruimte krijgen, maar dan wel op een constructieve manier natuurlijk.”

Dus Karate is meer dan alleen maar vechten?

Baggen: “Karate heeft voor mij vooral te maken met het leren kennen van je eigen mentale, fysieke en motorische mogelijkheden; het aanleren van een gezonde lichaamshouding, een gezond bewegingspatroon, gezonde ademhaling, etc. Het is als een explosieve dans waarin je samen met je trainingspartner naar een steeds hoger energieniveau toewerkt. En binnen dat proces leer je jouw eigen grenzen kennen en die van je medemens respecteren. Alles draait in feite om ridderlijk gedrag, een ridderlijke grondhouding, zowel binnen de karateles als in het dagelijks leven. De agressieveling wordt getemperd, de sociaal angstige wordt opgepept. Het is prachtig om te zien hoe mensen door karate binnen de kortste keren een heel andere lichaamstaal ontwikkelen en daardoor veel evenwichtiger overkomen in relatie tot anderen, waardoor mensen anders op hen reageren, wat dan op zijn beurt weer het eigen zelfbeeld positief beïnvloedt. En dat allemaal zonder over eventueel onderliggende problematiek te hoeven praten; ik ben natuurlijk geen gedragstherapeut. Het werkt! En daarnaast vind ik de bewegingen nog altijd bijzonder mooi om te zien.”

Moet je een grote, stoere, sterke kerel zijn om aan Karate te doen?

Baggen: “Nee hoor. Bij ons op de club zitten zelfs iets meer meisjes dan jongens. En die doen het bijzonder goed, dat kan ik je wel vertellen.”